Fietsverhalen

Fietsen met een groep, maar ook alleen? - door Gösta van Reijn


Het besluit om een fiets met electrische ondersteuningsmotor te kopen heeft me heel lang tegengestaan. Jarenlang heb ik met mijn 3 versnellingen ‘Sturmey Archer’ door weer en wind een tempo van rond de 20 km p/u kunnen trappen. En dat voelde goed. Oké ik was toen wel ruim 20 jaar jonger. Er kwam daarna toch nog een nieuwe fiets met derailleur en 15 versnellingen. De snelheid die ik daarmee kon trappen bleef dus redelijk gelijk.
Toch veranderde er naarmate de jaren verstreken wel iets. Haalde ik doorgaans altijd andere fietsers in, langzaamaan begon men mij nu in te halen. De toergroepen op racefietsen natuurlijk daargelaten, die zoeven je altijd al wel voorbij met een flinke schreeuw, waardoor je geschrokken naar de rand van het fietspad en de berm stuurt, daarbij proberend je evenwicht te bewaren.  
Maar het zijn nu veelal groepjes pensionado’s op e-bikes. Niet zelden wordt er achter mij gebeld of geroepen om rechts te houden op het fietspad, zodat een groepje ouderen aan mij voorbij kan gaan.  Ik probeer dan nog even aan te haken maar al snel moet ik ze toch maar laten gaan. Ben ik nou zo traag of is de conditie inmiddels echt zo slecht? 
Al snel heb ik in de gaten dat die snelle fietsers van die dikke bagagedragers hebben, wat herkenbaar is voor vele e-bike’s, vanwege de accu. Moet ik eerst alleen opletten wie er voor mij rijdt, nu bedien ik mij van een spiegeltje, om te zien wie er bij mij achterop komt fietsen, want dat gebel en geschreeuw van “Opzij “ daar schrik ik van en word ik wel zat.
Het spiegeltje links aan het stuur heeft even geholpen. Maar ondertussen besef ik dat ik nooit meer een ander voorbij fiets, maar ik diegene ben, die constant ingehaald wordt. Best link dus. Ik hoef nauwelijks meer voor me te kijken, maar moet wel regelmatig in dat kleine spiegeltje links op mijn stuur kijken, om te zien wat er achterop komt fietsen.
Ik ben om. Moet ook maar zo’n fiets met dikke bagagedrager aanschaffen.  
Nadat ik een proefrit heb gemaakt, ben ik helemaal om. “ Ik wil ook zo’n fiets!”
Dagelijks wordt er nu gefietst, van kleine ritjes bij slecht weer (regen), tot alweer grotere tochten met mooi weer (zon).
Ik hoor van de fietsgroep Leiderdorp en meld me aan.
Helaas Corona gooit roet in het eten. Hoewel?
Ik fiets dagelijks en geniet. Niet alleen van het fietsen, maar ook van de vrijheid om te gaan en te staan wat spontaan in mij opkomt. Ik ben nieuwsgierig en fiets elke straat in waar ik nog niet eerder ben geweest. De meeste fietspaden rond Leiden en Leiderdorp heb ik ondertussen befietst. Geweldig! En wat je zoal ziet onder weg. Een scala aan dieren heb ik ondertussen gezien in het buitengebied. De marter was wel de meest bijzondere. Maar ook koppels fazanten, ooievaars en witte reigers zijn al regelmatig te bewonderen. Zo ook veel andere vogelsoorten. Helaas het mooie blauwe ijsvogeltje heb ik nog steeds niet in de regio gezien.
Tijdens het fietsen dwalen mijn gedachten echt heel vaak af. Wat ik zoal om mij heen zie, doet mij ook vaak denken aan mensen en situaties uit het verleden. Bijvoorbeeld; als ik langs het water van de Kaag fiets dan moet ik spontaan denken aan de tijd met een schoolvriend die hier heel veel zeilde en de sterke verhalen die daarbij hoorden. De snackbar waar ik langs fiets roept weer een associatie op aan een jeugdvriend die ook aan patat verslaafd was net als ik. Ik zie in het voorbij fietsen een oude buurtgenoot. Wat is die oud geworden! Gelukkig heeft hij mij niet herkent. Misschien dacht hij anders het zelfde.
Ik fiets op weg naar huis over de Stille Rijn en denk in het voorbijgaan aan die bekende winkel met de slogan: “ Moeders ideaal een kinderwagen van Langezaal “. De zoon van die Langezaal was ooit een collega van mij.
Tijdens het fietsen door de stad en omgeving word ik dan ook doorlopend herinnerd aan bijzondere leuke herinneringen en belevenissen met mensen van vroeger. Ik vraag me nu dus wel af of het groepsgewijs fietsen iets voor mij is.  

Stel, we fietsen groepsgewijs langs een oude snackbar waar ze van die geweldige nierbroodjes verkochten!
Je wilt dan toch even stoppen om desnoods alleen maar even naar binnen te gaan om te ruiken!

Ik weet zeker, mijn diabetes verpleegkundige zou zeggen: Doorfietsen!!! 

Ik ga zeker met de groep nog eens fietsen als het weer kan, maar het alleen fietsen is voor mij nu inmiddels toch ook wel heilig.

 

Boudewijn de Groot 1973 - door Gösta van Reijn

 

Wie kent de tophit van Boudewijn de Groot niet? “Jimmy” uit 1973.
Jimmy, Jimmy? Nee dat zegt me niets.
Ik weet zeker dat je het nummer kent, als ik de eerste regel oplees herken je het meteen!
“Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind,
zichzelf een weg baant”.
Wie had ooit voorzien dat deze tekst zo snel herschreven zou moeten worden.
Met de intrede van de E-bike is de tekst nodig aan vervanging toe.
“Hoe soepel fietst de eenzame bejaarde rechtop zittend op zijn e-bike tegen de wind.
Zich soepel een weg baant”.


Het fietsen is weer leuk geworden!  In een paar weken tijd heb ik al door heel wat aardige
en mooie wijken rondom Leiden gefietst. Wijken die maar beperkt toegankelijk zijn voor auto’s, daar kun je veelal wel prima van alle kanten  doorheen fietsen. 
Zo blijkt er buiten de gangbare doorgaande wegen, dus veel leuks en sfeervols te zien te zijn. Leuke pleintjes, mooie tuinen of gezellige en gevarieerde bebouwing.
Ongemerkt fiets je op die manier, van straatje door, hoekje om etc. etc.  ook vrij veel kilometers weg.
Maar het zitvlak is nog steeds de spelbreker. Ondanks de inmiddels paar honderd verreden kilometers, blijft het zitvlak na de eerste 20 kilometer nog steeds heftig protesteren. In de stad fietsend is dat geen bezwaar, je stapt af en loopt honderd meter naast je fiets, kijkt wat om je heen alsof je iets zoekt en niemand ziet er iets vreemds in. Doe je dit op een fietspad in het buitengebeuren, dan word je om de haverklap, goedbedoeld en vriendelijk, lastig gevallen door andere fietstoeristen met de vraag, “Heeft u pech?”  “Nee hoor bedankt, ik wilde gewoon even een stukje lopen”.
Ik denk daarbij echter heel wat anders, “( Nee joh, m’n reet doet onwijs zeer)”.
En vanwege dat laatste, denk ik dat ik toch nog wat meer zadelkilometers moet maken om volwaardig met de fietsgroep mee te pedaleren.

 

Alleen Red Bull geeft je toch vleugels? door Gösta van Reijn


Het is eind september en echt nog heel mooi weer. 
Zon, geen wind en meer dan 20 graden. Ik geniet daardoor onverwacht van een wat grotere fietstocht dan ik eigenlijk van plan was.
In het buiten gebied, ervaar ik dat veel soort- en leeftijdsgenoten op hun e-bikes, het laatste mooie weer met hoge temperaturen nog even tot zich nemen, voordat de winterrust zijn intrede doet, in afwachting van het komende voorjaar van 2021 met de eerste weer fietsbare zonnige lentedagen.
Het zijn voornamelijk wat ouderen die aan mij voorbijfietsen. Grappig is dat zo’n e-bike de fysieke weergave is van de ‘Red Bull’ reclame dat je vleugels geeft om ieder obstakel te slechten. Bruggetjes en tegenwind zijn geen belemmering meer.  Even het knopje indrukken, een beetje extra power en je trapt moeiteloos over iedere hoge brug of duin. Ook een stukje extra flinke tegenwind stelt dus niets meer voor. Het enige wat we in de gaten moeten houden is, hoe vol is de accu nog. Makkelijk en fijn fietsen heeft per slot van rekening ook zijn prijs! Niet opletten en de accu is sneller leeg in de duinen dan je verwacht zou hebben en dan trap je je zelf de echt de pl..ris, zelfs met wind mee.
Het is verbazingwekkend hoeveel mooie en landelijke fietspaden er rondom Leiden liggen. Al drie weken lang fiets ik dagelijks een andere route van tenminste 15 km. Moeiteloos inmiddels.  De problemen komen nu rond de 20 km. Op het zadel treedt in razend tempo de eerste gevoeligheid op. Dit is toch echt het eerste signaal om naar een bankje langs de route uit te gaan kijken. Gek genoeg helpt het, om even van het zadel af te zijn, te gaan staan en als extra even onderuit op een bankje te gaan zitten. 10 minuten en de bibs is weer herboren voor de volgende 10km.
Vanuit het verleden ben ik toch behoorlijk bekend in deze omgeving. De snelste routes van A naar B kan ik bijna dromen. Maar alle kleine en leuke omwegen begin ik nu ook te leren kennen. Geweldig! Veel van de fietspaden gaan langs velden, weiden of zelfs langs kleine vaarten in dorpen zoals bij Nieuwe Wetering. De hoeveelheid wilde dieren die ik tijdens het fietsen ben tegengekomen is best veel voor de Randstad. Diverse roofvogels, fazanten, ooievaars, hazen, konijnen en zowaar een vos op veilige afstand, in de duinen weliswaar.
Het fietsen is bijna een nieuwe hobby.  Mijn auto zit inmiddels dus ook behoorlijk onder de spinnen rag.
Ik hoef zelfs niet eens 1x per maand meer te tanken. 
Misschien toch tijd om te stoppen met 2 auto’s???
Laten we nog even de winter afwachten en dan besluit ik in het voorjaar.